Adres:
Stichting voor Actieve
Geweldloosheid (SVAG)
Postbus 288
5280 AG Boxtel
Postbankgiro: 266551
E-mail:
info@
geweldloosactief.nl
Websites:
www.
geweldlozekracht.nl
www.
samenvoorvrede.nl
Hij onderscheidt op bladzijde 45 zes perspectieven, soms noemt hij het oorsprongen, soms bronnen (ik zou ze liever omstandigheden of voorwaarden willen noemen). Zij werken niet vaak alleen, maar enkelen spannen soms samen. Het zijn doel-middeldenken, de mimetische begeerte, de spanning tussen moraal en politiek, de dierlijke natuur van de mens, de strijd om erkenning en het wij/zij-denken. Deze zes voorwaarden onderzoekt hij (in bijna 600 bladzijden) om het geweld in zijn verschillende verschijningsvormen te begrijpen. Het gaat hem om het begrijpen, niet om het goedkeuren. Dat deed hij vroeger maar daarvan is hij – zoals hij zegt – teruggekomen. Met nadruk stelt hij dat begrijpen en goedkeuren niet hetzelfde is, zoals wel vaak wordt gedacht en gezegd.
Deze definitie spreekt mij gedeeltelijk aan, omdat zij zowel het toebrengen als het dreigen omvat en omdat zij zowel mensen als dingen betreft. Alleen vraag ik mij af of intentioneel altijd van toepassing is. Ik begrijp dat de schrijver veel niet-intentionele gevallen wil uitsluiten. Maar er zijn gevallen dat onbedoelde handelingen en gezegdes door de ander als geweld worden ervaren. Bijvoorbeeld iemand uit een arm land, die de gevolgen daarvan ondervindt, kan er anders over denken. Die vindt een etentje van ons met een uitgever van 200 dollar misschien wel geweld. Het woord intentioneel weglaten houdt inderdaad in dat men de deur naar een reeks van handelingen open zet. Men zal dan telkens moeten aangeven wanneer er sprake is van geweld en wanneer niet.
De schrijver wijst er ergens anders op dat het denken in termen van structureel geweld kenmerkend is voor veel revoluties en utopieën. Maar het aanroepen van het middel geweld leidt dan vaak tot het meest gruwelijk geweld.
Hij wijst er bij het doel-middeldenken op, dat geweld voor allerlei doelen wordt ingezet. Maar dat dat niet juist is. Hij bespreekt daarbij onder andere veiligheid en terrorisme. In dat kader herinnert hij ons er tevens met instemming aan dat Hannah Arendt in de politiek een onderscheid maakte tussen geweld en macht.
De mimetische begeerte bespreekt de schrijver in deel X. Hij wijst hierbij op het mysterie van de gewelddadige oorsprong van onze cultuur en op het zondebokmechanisme waar René Girard op heeft gewezen.
Bij spanningen tussen moraal en politiek is hij de mening toegedaan dat het gevaarlijk is om morele idealen op de politieke werkelijkheid te betrekken. De rechtvaardige oorlog wordt in dit kader besproken.
In deel V behandelt hij de strijd om de erkenning. Hier speelt soms ook de botsing der beschavingen en de strijd tussen mannen en vrouwen een rol. Vaak gaat de strijd om erkenning samen met de mimetische begeerte. Verder heeft de hiërarchie, die in veel culturen is ontstaan, hier mee te maken
Het wij/zij-denken kan leiden tot botsing van beschavingen en tot genocide. In de politieke werkelijkheid speelt dit wij/zij-denken vaak een grote rol.
De dierlijke natuur van de mens wordt besproken in deel XI. Over het algemeen hebben volgens de schrijver de wijsgeren die dierlijke oorsprong van de mens ontkend en gebagatelliseerd. Maar de mens kan zich, volgens hem, niet van de evolutionaire erfenis bevrijden. ‘Het beest in de mens’ kan men niet overboord gooien.